Site pictogram Scienceforum.nl

Mapping-studie levert nieuwe inzichten op in de DNA-eiwitverbinding, wat de weg vrijmaakt voor onderzoekers om zich op nieuwe behandelingen te richten

Een nieuwe genetische mapping-studie onder leiding van onderzoekers van de Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health spoort verbanden op tussen DNA-variaties en duizenden bloedeiwitten in twee grote en verschillende populaties. De resultaten moeten onderzoekers helpen de moleculaire oorzaken van ziekten beter te begrijpen en eiwitten te identificeren die het doelwit kunnen zijn om deze ziekten te behandelen.

De studie omvatte meer dan 9.000 Amerikanen van Europese of Afrikaanse afkomst en genereerde kaarten van DNA-naar-eiwitverbindingen voor beide groepen. De studie wordt beschouwd als de eerste in zijn soort die twee grote en voorouderlijk verschillende populatiecohorten omvat. Eiwitten spelen een cruciale rol in de cellulaire functie en veranderingen in eiwitmechanismen – vaak gereguleerd door DNA-variaties – kunnen tot ziekte leiden. Het in kaart brengen van DNA-naar-eiwit kan de verschillen in de frequentie van sommige ziekten in de twee groepen helpen verklaren en onderzoekers helpen sommige gezondheidsverschillen te begrijpen.

De studie verschijnt op 2 mei in Nature Genetics.

Onderzoekers brengen al tientallen jaren de moleculaire wortels van menselijke ziekten in kaart door middel van zogenaamde genetische mapping-studies. De bekendste is de genoombrede associatiestudie (GWAS). Een GWAS koppelt typisch variaties in DNA aan ziekterisico door het DNA van proefpersonen te analyseren – vaak tien- of honderdduizenden individuen tegelijk – samen met hun geschiedenis van een bepaalde ziekte. Dit onthult statistische associaties die de ziekte koppelen aan specifieke DNA-variaties.

Ontbrekend op het GWAS-beeld: de meeste ziektegebonden DNA-varianten die door GWAS-analyse zijn geïdentificeerd, liggen niet in eiwitcoderende genen. Onderzoekers gingen er daarom van uit dat veel – zelfs de meeste – ziektegebonden DNA-varianten eiwitten indirect beïnvloeden, door een of meer stappen in het gen-naar-eiwit-productieproces te reguleren, waardoor de eiwitniveaus veranderen. Door ziekten rechtstreeks aan eiwitten te koppelen, kunnen onderzoekers de wortels van ziekten beter begrijpen – en ook eiwitdoelen identificeren voor ziektepreventie en behandelingen.

“Dit relatief nieuwe soort karteringsonderzoek levert een schat aan informatie op waarmee onderzoekers mogelijke verbanden tussen eiwitten op verschillende soorten gezondheidsresultaten kunnen testen – risico op kanker, hartaandoeningen, ernstige COVID – en helpen bij het ontwikkelen of hergebruiken van therapeutische drugs”, zegt senior auteur Nilanjan Chatterjee, PhD, Bloomberg Distinguished Professor in de afdeling Biostatistiek van de Bloomberg School.

Bron: lees het gehele artikel

Mobiele versie afsluiten