Vleesvervangers zijn in opkomst: waar ze vroeger een niche-bestaan hadden in natuurvoedingswinkels of biologische winkels, zijn tarwesalami, tofu-schnitzel of sojagehakt nu in elke goed gesorteerde supermarkt te vinden. “We wilden weten waarom consumenten voor deze alternatieven kiezen”, legt Jeanette Klink-Lehmann uit, die promoveert aan het Institute of Food and Resource Economics van de Universiteit van Bonn in de afdeling van Prof. Dr. Monika Hartmann.
Klink-Lehmann en Hartmann hebben samen met hun collega Nick Marcus 441 mannen en vrouwen uit heel Duitsland ondervraagd voor de analyse. Zo werd de deelnemers gevraagd aan te geven hoeveel ze om hun gezondheid geven, of ze denken dat de mensheid op een ecologische crisis afstevent en of de veehouderij in de landbouw ethisch ter discussie moet worden gesteld. Ook gaven zij aan hoe zij vleesvervangers beschouwen en van plan zijn deze in de toekomst regelmatig te consumeren.
Dierenwelzijn en gezondheidsaspecten motiveren consumptie
“We hebben nu de statistische relaties tussen deze reacties onderzocht op basis van een uitbreiding van een erkend gedragsmodel”, zegt Marcus. De onderzoekers kwamen tot een verrassende uitkomst: meer aandacht voor het milieu ging niet samen met een betere beoordeling van vleesvervangers, noch met een grotere koopintentie. “We hadden verwacht dat ecologische aspecten ook een rol zouden spelen bij het voornemen om vleesalternatieven te consumeren”, legt Marcus uit. “Dat is echter niet bevestigd.”
De onderzoekers kunnen alleen speculeren over de redenen voor de discrepantie tussen de milieuzorgen van de deelnemers en hun gedragsintentie. De onderzoeksgegevens dateren bijvoorbeeld al uit 2017 – een tijd waarin de beweging “Fridays for Future” nog niet bestond. “Sindsdien staat het thema milieu veel prominenter op de agenda”, benadrukt Klink-Lehmann. “Als gevolg hiervan zijn waarschijnlijk meer mensen zich bewust van de mogelijk negatieve milieueffecten van vleesconsumptie vandaag dan vijf jaar geleden.”
Bezorgdheid over dierenwelzijn speelde een grote rol bij de consumptiebeslissingen van de respondenten: degenen die de bio-industrie kritisch bekijken, staan (niet verwonderlijk) gemiddeld positiever tegenover plantaardige worsten en veggieburgers. Deze houding heeft weer een gunstig effect op de intentie om deze alternatieven in de toekomst te gaan gebruiken. Een uitgesproken gezondheidsbewustzijn wordt ook geassocieerd met een grotere bereidheid om vleesvervangers te consumeren. Bovendien is de houding van vrienden en naaste familieleden ten opzichte van vleesvervangers van grote invloed op deze beslissing.
Gerichte marketing van de voordelen
Marcus, Klink-Lehmann en Hartmann bevelen enerzijds aan om de ecologische voordelen van vleesalternatieven beter te communiceren. Daarnaast moet de industrie bij de vervaardiging van haar producten letten op een gezonde en evenwichtige samenstelling. Waar dierlijke voedingsmiddelen zoals eieren worden gebruikt in vleesvervangers, moeten ze bovendien afkomstig zijn van boerderijen die aandacht besteden aan een goede veehouderij. “Dierenwelzijn en gezondheid zijn natuurlijk erg belangrijk voor de consument”, zegt Klink-Lehmann. “Dus fabrikanten doen er goed aan om met deze aspecten rekening te houden en hun voedsel dienovereenkomstig op de markt te brengen.”
Verhaalbron:
Materialen geleverd door Universiteit van Bonn. Opmerking: inhoud kan worden bewerkt voor stijl en lengte.
lees het gehele artikel bij de bron
————————————————– ———————————–
samenvatting:
Mensen die kritisch staan tegenover de bio-industrie of die in het dagelijks leven aandacht besteden aan hun gezondheid, zullen eerder geneigd zijn tot vleesvervangers. Aan de andere kant lijkt de zorg voor het milieu bij deze beslissing geen rol te spelen.
Datum van publicatie: 27 april 2022
Bron: Klimaat | Top milieunieuws — ScienceDaily
————————————————– ———————————–